Kunstmestprijs voor telers in één jaar meer dan 40% hoger

Het tijdelijk sluiten van een van de fabrieken van Yara in Sluiskil heeft maar beperkte invloed gehad op de prijzen van meststoffen voor de glastuinbouw. Vanwege de hoge gasprijs schroefde het bedrijf in september de Europese productie van ammoniak terug met 40%. Een deel van die verlaging vond plaats in Sluiskil.

“Voor de glastuinbouw is de marktprijs met meer dan veertig procent gestegen over het hele jaar.” Dat vertelt Peter Arkenbout, marketingmanager Benelux van Yara. “Alles wordt duurder, ook kunstmest. Maar er zijn nooit tekorten geweest door onze productievermindering, zoals soms werd beweerd”, stelt hij. “De impact is voor de glastuinbouw heel beperkt. Kunstmest maakt maar een klein deel van de totale kostprijs uit, waardoor deze prijsstijging de totale kosten per tuinbouwbedrijf hoogstens met één procent hebben opgedreven”, volgens Arkenbout.

Hij snapt dat elke euro telt, want niet of minder bemesten is ook geen optie. Maar de directe gevolgen van de hoge energieprijzen noemt hij voor telers veel ingrijpender.

Fabriek deels dicht voor onderhoudsstop

Toen de gasprijzen in september de lucht inschoten besloot Yara om de zeer energie-intensieve productie van ammoniak (een van de grondstoffen voor kunstmest) binnen Europa tijdelijk met 40% te verlagen.

“We hebben in overleg met ons moederbedrijf gekeken hoe we de productievermindering konden aanpakken”, vertelt Michèle Koch, communicatiespecialist van de fabriek in Zeeuws-Vlaanderen. “Van de drie ammoniakfabrieken in Sluiskil heeft de kleinste een paar weken stilgelegen. Dit is meteen gecombineerd met groot onderhoud. Inmiddels wordt deze fabriek weer opgestart.”

Geen tekort aan meststoffen

De twee grootste fabrieken hebben nooit stilgelegen maar wel tijdelijk op een lager pitje gedraaid, verduidelijkt ze. Er is door de productieverlaging nooit een tekort aan kunstmestproducten geweest, volgens Koch.

In de tussentijd werkt de fabrikant ook aan manieren om de energie-efficiëntie te verhogen. Volgens Arkenbout worden voorlopig alleen kleine stappen gezet in energiebesparing. “Voor de langere termijn kijken we naar de inzet van waterstof in het productieproces. In Scandinavië gebeurt dat al en voor Sluiskil liggen er ook plannen, maar implementatie daarvan hangt van veel dingen af.”